|
||||||||
|
Sommige muzikanten ontdekken hun talent en gaven pas op vrij late leeftijd. De Amerikaanse singer-songwriter Chris Robeson uit Austin, Texas is daar een typisch voorbeeld van want hij brengt zijn debuutplaat “Euphoriphobia” op de markt nadat zijn 37e verjaardag net is gepasseerd. Op dat album brengt hij dertien folk- en Americana-liedjes waarvoor hij in de voorbije 20 jaar zowel teksten als muziek heeft geschreven, soms met de hulp van een vijftal co-componisten. Voor de opname van de plaat kon hij een beroep doen op de steun van de 50-jarige Gabriel Rhodes die hem in zijn ‘Lampwick Studios’ in Austin, Texas bijstond als albumproducer maar die ook aan een zestal songs meecomponeerde en als multi-instrumentalist zowat alle te horen instrumentatie bij de nummers heeft ingespeeld. Dat gebeurde op akoestische en elektrische gitaren, steelgitaar, mandoline, sitar, piano, keyboards, het tweesnarige strijkinstrument ‘erhu’, fluit, blazers en percussie. Ook droeg hij bij als backing vocalist naast Guy Forsyth, Shawn Pander en Chris Robeson zelf. Enkel de elektrische basgitaar werd bespeeld door Matt Slagle, de contrabas door Josh Flowers, mondharmonica en trompet door Oliver Steck en de drums door John Chipman. Chris Robeson vertelt zijn soms somere kortverhalen over depressie, vergeving, isolatie, angsten en emoties in de folksongs eerder dan ze uit volle borst in te zingen. Zijn stem is wel heel specifiek en herkenbaar zoals u kunt horen in de albumtracks op de bijgevoegde video’s. Eerst brengt hij een akoestische live-versie van de prachtige song “Feel The Good Things Too” en daarna volgt nog een audiovideo van het jazzy nummer “Fool’s Gold”. Geopend wordt er op “Euphoriphobia” echter met het knappe “Built To Fall Apart” en het al even mooie “Fistful Of Cash”. Bij de beluistering van deze plaat moeten we regelmatig denken aan het gelijkaardige werk van singer-songwriter Kevin Morby uit Los Angeles en dat mag Chris Robeson als een zeer positieve bemerking beschouwen. Vooral in liedjes als “Home In The Rain”, “What’s That Say About Me” of “Feel The Good Things Too”, “Right Back Down” en de mooie albumafsluiter “I’m Comin’ Home (If You’d Let Me)” valt ons deze gelijkenis op. Als we na amper 39 minuten al aan het einde van deze 13 liedjes bevattende plaat zijn toegekomen overvalt ons het gevoel dat we eigenlijk nog meer werk van deze muzikant zouden willen horen, maar dat zal dan wellicht iets voor een volgend album moeten zijn. (valsam) |